Grondslagen en uitgangspunten

Grondslagen en uitgangspunten

In de voorgaande hoofdstukken hebben we de beoogde koers geschetst als  bouwsteen voor onze begroting.
Daarnaast is voor nu de vaststelling van een aantal grondslagen en uitgangspunten nodig om de begroting te maken. Deze zijn hieronder opgenomen.

Areaalontwikkeling woningen en inwoners

In de begroting wordt gerekend met de ontwikkeling van de woningbouw en het aantal inwoners. Hiervoor gebruiken we cijfers van Onderzoek en Statistiek en het programma Wonen. Deze aantallen worden onder meer gebruikt in de ramingen van het gemeentefonds en de belastingopbrengsten.

Aantal woningen per 1-1

2021

2022

2023

2024

2025*

Bestaande stad

650

900

700

700

700

Waalfront

50

150

550

250

225

Waalsprong

750

500

1.000

1.000

1.000

Totaal

1.450

1.550

2.250

1.950

1.925

Verschil t.o.v. stadsbegroting vorig jaar

270

550

400

400

* In de stadsbegroting van vorig jaar was nog geen raming voor 2025 opgenomen

Aantal inwoners per 1-1

2021

2022

2023

2024

2025

Aantal inwoners per 1-1

177.374

178.000

179.500

181.000

182.000

Verandering t.o.v. vorig jaar                                           

-1.626

-2.000

-2.000

-2.000

Rente

Voor de komende jaren verwachten we dat de rente laag blijft. Het Besluit Begroting en Verantwoording verplicht ons om een rekenrente te hanteren die in lijn ligt met de werkelijk door ons te betalen rente. De rente voor deze meerjarenperiode ligt in lijn met de werkelijke rentes van de afgelopen jaren.

2022

2023

2024

2025

Rekenrente:

- Inzet van reserves en voorzieningen

 0,8% voor gehele meerjarenperiode

- Doorberekening aan investeringen

 0,8% voor gehele meerjarenperiode

- Rekenrente voor planexploitaties

 0,8% voor gehele meerjarenperiode

Langlopende leningen

0,9%

0,9%

1,0%

1,1%

Kortlopende leningen

-0,4%

-0,4%

-0,3%

-0,3%

Indexeringspercentages

Op grond van de cijfers uit het centraal economische plan (cep)  van het Centraal Plan Bureau (CPB) d.d. 31 maart 2021 stellen we de volgende indexeringspercentages voor:

Indexeringspercentages

loonsom

materiële lasten

  Inflatie (CPI)

Gemeentelijke tarieven

T.b.v. subsidies

Indexering 2022

1,50%

1,70%

1,50%

Nacalculatie (zie toelichting hieronder)

0,40%

-

0,30%

Totaal

1,90%

1,70%

1,80%

1,83%

1,83%

In de regel corrigeren we de indexeringspercentages alleen voor bijstellingen over het voorgaand jaar, cijfers van de jaren daarvoor wijzigen vrijwel niet. De indexeringspercentages voor 2022 worden dus in de regel bijgesteld met een nacalculatie van de cijfers van 2021.
Vorig jaar waren de indexcijfers voor de loonsom en de materiële lasten voor zowel 2020 als 2021 op zijn minst uitzonderlijk. Het gemiddelde over deze twee jaren was redelijk ‘normaal’. Dit had te maken met de onzekerheden die de pandemie met zich meebracht. Uit de cijfers van het CPB dit jaar blijken de afwijkende cijfers in zowel 2020 als 2021 meer naar ‘normaal’ te gaan. Gelet op de uitzonderlijke ramingen vorig jaar en de forse bijstelling die het CPB nu doet voor 2020 ligt het voor de hand om de percentages voor 2022 niet alleen met een nacalculatie over 2021, maar ook met een nacalculatie over 2020 bij te stellen.

Parameters grondexploitatie

De parameters voor het doorrekenen van de grondexploitaties zullen in het najaar aan uw raad worden voorgelegd.

Deze pagina is gebouwd op 06/01/2021 11:17:17 met de export van 06/01/2021 11:07:23